Als doelen voor de levensduur van de koeien ter sprake komen hoor je vaak de opmerking “levensduur is geen doel op zich”. En: “het is het resultaat van alles wat je allemaal doet”. Van meerdere factoren afhankelijk, multifactorieel met een moeilijker woord. Maar stel maar eens een werkbaar multifactorieel doel op. Dat gaat je niet lukken; te onoverzichtelijk, moeilijk of niet uitvoerbaar. En iedereen weet dat je zonder een duidelijk en realistische doel niet veel verder komt. Dan blijft het meeste gewoon zoals het altijd al was. Deskundigen geven aan dat het niet slim is om op meerdere doelen te focussen. Meerdere doelen zou afleiden van waar het om gaat en waar je mee bezig zou moeten zijn. Dus, probeer een helder doel te formuleren waaronder je doelgerichte acties kunt hangen. En waarom zouden we daar dan niet gewoon een langere levensduur voor kunnen nemen? Het is namelijk een langere levensduur die de voordelen voor economie en milieu (emissies/mineralen/kringloop) met zich meebrengt. Maatregelen die de levensduur zouden kunnen verlengen zonder dat de levensduur daadwerkelijk verlengd wordt hebben die voordelen niet, die kosten geld maar leveren niets op.
Levensduur wordt ook lang niet altijd geassocieerd met een bepaalde leeftijd van de veestapel. Voor het pilotproject Geef-ze-de-vijf hadden we een helder doel gesteld: de koeien zouden 5 lactaties in productie moeten kunnen blijven. Maar vaak ging het helemaal niet over het doel maar over de maatregelen. En iedere deelnemer had daarbij zijn of haar eigen maatregelen in beeld. Dat is ook logisch want een doel van 5 lactaties is ver vooruit en maatregelen zijn concreet en hanteerbaar. En de resultaten meestal op een kortere termijn meetbaar. Dat is waar melkveehouders en erfbetreders zich mee bezig houden. Het zou daarom ook niet hoeven verbazen dat vaak wordt gezegd dat een langere levensduur geen doel op zich is. Het vermoeden is ook dat onzekerheid over de haalbaarheid een rol speelt. Als je dan zo nodig moet, dan wordt het bedreigend. Dan worden ook allerlei tegenargumenten gebruik. Zoals het al lang achterhaalde argument dat je genetische vooruitgang mist. Of dat je per definitie opgescheept wordt met meer werk en meer gezondheidsproblemen bij de koeien. Als melkveehouder bepaal je uiteindelijk zelf hoe lang koeien op het bedrijf blijven en dus ook of de economische voordelen kunnen worden benut. En we weten intussen ook dat de haalbaarheid samenhangt met de bedrijfsstructuur als de intensiteit het productieniveau. Zo’n beetje tachtig procent van de melkveehouders is geïnteresseerd in levensduurverlenging als dat financieel voordeel oplevert. Dus wat let je als melkveehouder en erfbetreder om er aan te werken? Het doel, een langere levensduur, heiligt in dit geval de middelen, namelijk praktisch haalbare maatregelen die de koe langer gezond en productief houden. Maar laat het aanhouden of afvoeren van de koeien wel een economische afweging zijn en geen gevoelskwestie.