Al vele jaren is er discussie over doelsturing en sturing door maatregelvoorschriften, zoals bij ammoniak(stikstof) (denk aan Minas en de kringloopwijzer). Doelen zouden moeilijk controleerbaar zijn, de resultaten onbetrouwbaar omdat ze niet goed meetbaar zijn etc. etc. Daar heeft de overheid een bloedhekel aan want vertrouwen hebben is niet haar sterkste kant. Maar maatregelvoorschriften belemmeren de boer in zijn (economische) keuzes om het doel te bereiken. Als het over levensduurdoelen en levensduurmaatregelen gaat leverde onlangs een discussies in het kader van het project Erfbetreders en Levensduur weer interessante gezichtspunten op. Eerder schreef ik al over de verschuiving van de focus op levensduur naar de focus op de probleemloze koe. Nu kwam er nog een gezichtspunt bij als het over de doelen gaat. Maar eerst even wat anders.
Dure wisseltruc
Op de website van Nieuwe Oogst las ik onlangs dat de hoge slachtprijzen het interessant zouden maken om slachtkoeien in te wisselen voor vaarzen. Een veehandelaar: ‘Een vaars aankopen kost pakweg 2.300 euro. Een zware koe met een slachtgewicht van 380 kilo brengt 2.000 euro op (..) voor die 300 euro verschil kan je zo weer een tijd melken’. Het klinkt zo logisch maar dat is het helemaal niet. Handelaren kunnen goed rekenen, maar in hun eigen voordeel. Voor de boer zou het weleens flink in het tegendeel kunnen uitpakken. Stel, de vaars produceert rollend jaar gemiddeld 8.500 kg melk. Als volwassen koe zou ze dan ruim 11.300 kg melk produceren. In de periode tot volwassenheid zou ze ruim 51.000 kg geproduceerd hebben. Volwassen koeien produceren in dezelfde periode 56.500 kg. Het kost de boer in het eerste jaar al 1.400 euro aan melkgeld. Uiteindelijk meer dan 2.700 euro. Bovendien zijn vaarzen inefficiënt en weet je van een vaars niet op voorhand hoe goed en hoelang ze zal presteren. Inruilen van een melkende koe voor een vaars is dus een dure wisseltruc. Wat heeft dat nu met doelsturing te maken?
Naar doelsturing
Al eerder in de discussies bleek levensduur een lastig begrip. Door veel factoren bepaald, niet altijd even stabiel, gevoelig voor externe factoren zoals blauwtong etc. Voor een optimaal resultaat is bovendien een bedrijfseigen aanpak belangrijk. En wat stel je als doel? Gemiddelde leeftijd, afvoerleeftijd, levensproductie? Het begint natuurlijk met het fokken van probleemloze koeien, zoals we al eerder met erfbetreders vaststelden. Met als doel een bepaald vervangingspercentage, zeg 20%, dat te herleiden is tot een gemiddelde levensduur. Jaarlijks worden dan 20 van de 100 koeien vervangen en die zijn dan gemiddelde 5 jaar in productie. De ene keer zullen dat meer oudere koeien zijn en andere keer meer jongere, maar in de loop der jaren middelt dat zich uit en worden ze ouder. De levensduur is goed meetbaar en controleerbaar en een afgeleide van het doel, het vervangingspercentage. Hoe de melkveehouder probleemloze koeien fokt en welke maatregelen hij of zij neemt om ze ook probleemloos te houden, dat mag hij of zij helemaal zelf bepalen. Zonder dwingende voorschriften. En het zal ook nooit zo zijn dat de koeien worden verwaarloosd, want dan wordt het doel nooit bereikt. De volgorde van maatregelen kan per bedrijf verschillen, maar uiteindelijk worden op elk bedrijf de essentiële maatregelen doorgevoerd. Op die manier is het voor iedere melkveehouder mogelijk om een weloverwogen economisch besluit te nemen over maatregelen, aanhouden en afvoeren. Soms zal dat vanwege de ouderdom zijn, soms omdat er toch een hardnekkig probleem is en soms omdat een handelaar hem of haar probeert wijs te maken dat er geld te verdienen valt met het inwisselen van een oudere koe voor een vaars. En de kans is groot dat het minder werk en meer werkplezier oplevert als je zelf kunt sturen. Maar zo’n aanpak vraagt wel het nodige inzicht en de nodige kennis. En daarbij kunnen de erfbetreders vanuit de verschillende disciplines een belangrijke bijdrage leveren. Als erfbetreder(s) in samenwerking met de boer het doel en het tijdpad opstellen en adviezen en maatregelen afstemmen, dan kan het eigenlijk niet meer mis gaan. En vertel het tegen iedereen die het maar horen wil, want hoe meer je het doel met anderen deelt, hoe aanstekelijker het werkt en hoe meer je ook zelf geneigd bent je daar ook echt aan te houden. Bovendien helpt dat ook om de publieke opinie positief te beïnvloeden en om de “sloopmelkkoe” de stal uit te krijgen.
Doe mee
En tot slot weer even terug naar het project. Om die (interdisciplinaire) aanpak voor elkaar te krijgen willen we graag in gesprek met erfbetreders. Ben je erfbetreder, laat dan van je horen op een van de bijeenkomsten want nieuwe inzichten helpen ons verder. Kijk voor deelname op www.vkon.nl/evenementen