Er is aardig wat onderzoek gedaan naar de effecten van de afkalfleeftijd op de productie en de levensduur. In verschillende landen, bij verschillende rassen en onder verschillende omstandigheden. Daar zijn een paar “maren”aan verbonden. De onderzoeken zijn niet of nauwelijks te vergelijken en de resultaten lijken elkaar daarom tegen te spreken. Voor de productie wordt bijna alleen gekeken naar de eerste lactatie en voor de levensduur komen de meeste onderzoeken niet verder dan wat in Nederland gemiddeld is. Wat wel duidelijk is, is dat de omstandigheden tijdens de dracht van de moeder en de opfok van de dochter meer invloed hebben dan de afkalfleeftijd. Vervroegen van de afkalfleeftijd is alleen verantwoord op basis van optimalisaties in de opfok en dan nog zijn er grenzen. Belangrijke factoren zijn namelijk de groei en de ontwikkeling. Hoe beter die zijn hoe beter de productie en hoe langer de levensduur. Hoe je dat kunt bereiken wordt uitvoerig beschreven, met voorbeelden, op het Kennisplatform Levensduurverlenging. De resultaten van het onderzoek kun je lezen in de verdiepingspagina op het platform.
Abonnees van het Kennisplatform voor Levensduurverlenging kunnen meer daarover lezen in hoofdstuk 3.3: De jongveeopfok van spenen tot insemineren. Ben je nog geen abonnee en wil je ook meer te weten komen over hoe je de levensduur kunt verlengen, registreer je dan op ons Kennis- en informatieplatform.