Teveel koeien worden afgevoerd terwijl daar geen goede reden voor is en waarbij een goede economische afweging ontbreekt. Om daar iets aan te kunnen doen hebben we in de pilot Geef-ze-de-vijf daarvoor de zogenaamde Gouden regel voor levensduur bedacht en die bleek zeer effectief. Je moet je altijd afvragen of het wel nodig is om een koe af te voeren en waarom dan wel en of je daar wat aan zou kunnen doen. Deze benadering hielp de deelnemers anders naar hun koeien te kijken, door een meer economische bril. En met succes want ze bereikten daarmee in een relatief korte tijd een bovengemiddelde levensduur en levensproductie.
Een economische afweging
De afweging voor aanhouden of afvoeren is dus vooral economisch van aard terwijl in de praktijk nog vaak de genetische achtergrond, de fokkerij, een rol speelt. Als een koe geen of oplosbare problemen heeft en die ook niet binnen de komende lactatie zijn te verwachten, dan is vervangen door een vaars alleen zinvol als de productie lager is dan die van een gemiddelde vaars, anders ben je een dief van eigen portemonnee. Een oudere koe geeft doorgaans (veel) meer dan een vaars en zelfs als een vaars genetisch meer melkaanleg heeft dan de koe, dan is inruilen van die koe door de vaars economisch nadelig, ook op termijn. Het gaat immers niet alleen om het genetisch potentieel, dat komt toch wel in beeld, maar om de melkproductie. Onderzoek heeft dat keer op keer bevestigd. Als er omwille van een ander probleem, bijvoorbeeld fosfaat, een koe moet worden afgevoerd dat ligt het voor de hand om een koe af te voeren die de laagste productie heeft. Dat kan een oudere koe zijn, maar dat hoeft niet persé zo te zijn. Dat is onderdeel van een weloverwogen economische keuze.
Uitwerking
De uitwerking van de Gouden regel is van toepassing is op alle koeien en stelt niet de drachtige pinken/nieuwe vaarzen voorop. Het uitgangspunt is immers dat een nieuwe vaars zich nog niet heeft bewezen maar wel al 1.500 tot 1.800 euro aan opfok heeft gekost en als ze aan de melk is 15 tot 25% minder melk geeft dan een volwassen koe. En aangezien de gemiddelde genetische verbetering voor productie ca. 85 kg per jaar is, staat het verschil tussen een vaars en een volwassen koe voor meer dan 15 jaar genetische verbetering. Bij een verschil in levensduur van 5 jaar tussen vaars en volwassen koe, kan de beste vaars dat nooit goedmaken. Door een koe eerst volwassen te laten worden verminder je niet alleen de opfokkosten maar win je ook een flinke hoeveelheid melk en dus inkomen.
Kennisplatform
Op het kennisplatform vind je nog meer informatie over de Gouden Regel en andere handige tools. Vanwege de afronding van de pilot Geef-ze-de-Vijf bieden wij de lezers van onze nieuwsbrief gratis toegang tot het Kennisplatform voor Levensduur. Kijk in de nieuwsbrief voor aanmelden.