Als de levensduur toeneemt zijn minder vaarzen nodig.Omdat jongvee opfokken veel geld kost, in de meeste gevallen meer dan ze bij verkoop opleveren, en omdat ze fosfaatruimte innemen en extra werk vragen, is het zaak om er zo weinig mogelijk aan te houden. Feitelijk is elke vaars er een teveel als ze niet echt nodig voor vervanging. Op veel bedrijven was het de gewoonte om alle jongvee aan te houden en als ze als vaars aan de melk kwamen ze in te steken ten koste van een koe. Dat is economisch zeer nadelig gebleken. Zelfs als er vanuit gegaan mag worden dat de vaarzen een hogere genetische potentie voor productie zouden hebben is het niet verstandig. Een vaars produceert immers veel minder dan een oudere koe. Bij een genetische verbetering van bijvoorbeeld 250 kg melk wegen na 4 lactaties de ruim 1000 kg melk niet op tegen een extra productie van al snel meer dan 10.000 kg melk in de vijfde lactatie.
Dus: wees zuinig op je koeien steek alleen vaarzen in als het echt nodig is. Bereken van tevoren de hoeveelheid jongvee die nodig is bij een toenemende levensduur van de koeien. Verlaag niet zonder meer de hoeveelheid jongvee zonder eerst te zorgen dat de koeien langer gezond mee kunnen.
Kijk voor meer informatie over het selecteren van jongvee, de kosten van de opfok en de economische gevolgen van een langere levensduur op ons kennis- en informatieplatform.