Na 6 jaar het doel bereikt en trots op het resultaat

In 2016 sloot Henk Kerkers uit het Brabantse Sterksel zich aan bij de studiegroep Levensduurverlenging in de regio Heeze-Leende-Sterksel. Hij had een helder doel voor ogen: de gemiddelde leeftijd van zijn koeien moest met 5 maanden omhoog. De afvoerleeftijd schatte hij voorzichtig in met 5.05 j:mm als doel. Intussen weten we dat hij zijn koeien daarmee onderschatte. Inmiddels is de gemiddelde leeftijd 5.04 en de afvoerleeftijd 7.03. Iets om trots op te zijn.

Planmatig en integraal werken
Henk stelde in samenwerking met Valacon bij aanvang een plan van aanpak op. Belangrijke punten waren de jongveeopfok, de droogstand, klauwgezondheid, uiergezondheid en de watervoorziening. Intussen is er het nodige verbouwd en verbeterd en is Henk actief binnen het Praktijknetwerk Veehouderij en de voordelen van integraal denken. “Integraal denken is wat nodig is om maximaal voordeel te halen” zo stelt hij. “Opleggen van maatregelen is niet altijd effectief, doelen stellen en integraal denken om die te bereiken, daar zit hem de winst”.

Jongveeopfok
De afkalfleeftijd van het jongvee lag ruim boven de optimale leeftijd van 23,5 maand. De ontwikkeling van de kalveren was ook wisselend. Henk is meer volgens een vaste routine gaan werken. Voor de melkpoeder gebruikt hij “de beste die er is”, met meer dierlijke eiwitten en hij heeft de concentratie verhoogd. Met de muesli en daarna all-in-one brok is een constante kwaliteit gegarandeerd en legt hij een goede basis voor de groei van zijn jongvee. Vanaf de 3e week tot een maand voor afkalven staat het jongvee po een andere locatie.

Droge koeien
De conditie bij de droge koeien was wisselend. De voeropname was niet gelijkmatig als gevolg van de matige ruwvoerkwaliteit en de selectie door de koeien. Bijgevolg waren de hoeveelheid en de kwaliteit van de biest ook niet optimaal. De opstart van zowel koe als kalf waren daardoor niet helemaal wat hij graag wilde zien. Momenteel werkt Henk met twee groepen en voor elke groep maakt hij een apart droogstandsmengsel dat zo constant mogelijk is. De close-up groep loopt in een ruim strohok met een goede bereikbaarheid van het voer. Omdat de koeien volop bewegingsruimte hebben kalven ze makkelijk af en starten ze ook goed op. Als hulpmiddel bij het optimaliseren van het rantsoen gebruikt hij de Farmdesk-tool waar hij erg over te spreken is omdat het erg praktisch is opgezet.

Melkkoeien
De klauwgezondheid was bij de koeien een belangrijk aandachtspunt. Veel Mortellaro waardoor de koeien minder goed naar het voerhek kwamen en minder lang in de boxen lagen. Om de doelstellingen te kunnen bereiken moest daar verbetering in komen. “Door minder overbezetting, deels rubberen vloeren en een beter ligcomfort in de nieuwe stal heb ik veel winst geboekt” aldus Henk. Hij gebruikt gescheiden mest in de diepstrooiselboxen en in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd is het celgetal lager dan voorheen en is ook het antibioticumgebruik laag. Volgens hem zijn een verkeerde voeding, stress en een slecht stalklimaat belangrijke risico’s voor de klauwgezondheid. Door de lagere overbezetting hebben de koeien veel meer ruimte en is de ziektedruk een stuk lager geworden waardoor de uiergezondheid beter is geworden. Achter de robot heeft hij een nieuwe drinkbak geplaatst zodat de koeien die na de robot naar buiten gaan eerst kunnen drinken en niet weer terug naar binnen hoeven. Bij zijn beweidingssysteem staan geen drinkbakken buiten.

Fokkerij
Er wordt consequent gefokt op gezondheidskenmerken en gehaltes. Hij gebruikt het SAP dat hij instelt op zijn eisen. “Ik fok niet op melk want als je alles goed voor elkaar hebt komt die vanzelf. Onze koeien kunnen veel meer dan we denken” aldus Henk. In de nieuwe stal heeft zich dat inderdaad bewezen. De productie ligt momenteel op zo’n 9.250 kg met 4,80 vet en 3,85 eiwit bij een ureum van 15 tot 17.

Minder eiwit in het rantsoen
“Dat lage ureumgetal komt doordat we zijn gaan inzien dat we makkelijk met een lager ruw eiwit van bijvoorbeeld 150 tot 155 kunnen melken. Daarmee verlagen we ook nog eens de uitstoot van ammoniak, voor elke gram minder RE is dat 1% minder ammoniak”. Door vooral van kort gras de toppen te vreten krijgen de koeien veel vers eiwit binnen en is er veel minder aanvoer via krachtvoer nodig. En bovendien verlaagt dat de hoeveelheid NDF (structuur) wat op zijn beurt een betere voederwaarde en een lagere methaanproductie geeft. Een mooi voorbeeld hoe je met integraal denken meerdere doelen kunt bereiken. “Ik geloof niet dat we zo nodig met z’n allen biologisch moeten worden. Als we op deze manier allemaal kleine stapjes gaan zetten dan heeft dat een veel groter effect dan een kleine groep die grotere stappen zet” zo redeneert Henk. Volgens hem is de grond ook te duur om te extensiveren. “Het kan ook anders”.

Het doel bereikt
Henk heeft het vervangingspercentage inmiddels weten terug te brengen van ruim 30% naar 21%. Wat onmiddellijk opvalt is dat er geen vaarzen uitvallen en een enkele 2e kalfkoe, een essentieel kenmerken voor een langere levensduur. Het zegt namelijk veel over de jongveeopfok en de omstandigheden tijdens de eerste lactaties. “Deelnemen aan zo’n groep van Valacon heeft me toch onbewust meer aan het denken gezet. Waar moet je op letten en als je daar mee doorgaat besef je steeds beter dat je zelf aan de knoppen zit. Er is geen excuus meer want je hebt de knoppen zelf in de hand”.

Meer "onderzoek en praktijk"