De familie Voogd, deelnemer aan de pilot Geef-ze-de-vijf!, melkt in Leerdam 83 koeien met een productie van rond de 9.200 kg melk. Volgens het laatste MPR-jaaroverzicht was de gemiddelde leeftijd 6 jaar en de afvoerleeftijd 8 jaar en 3 maanden. Daarmee was het eerste doel, 5 lactaties bij afvoer, bereikt en ligt het hoofddoel, een gemiddelde leeftijd van 5 lactaties, binnen handbereik: nog ongeveer 1,3 lactaties. De gemiddelde actuele levensproductie bedroeg 34.744 kg en de levensproductie bij afvoer 49.327 kg. Geen eendagsvlieg maar het resultaat van een serieuze aanpak voor levensduurverlenging.
Henry Voogd: "Een gemiddelde leeftijd van 5 lactaties moet wel haalbaar zijn"
Begeleiding door de dierenarts
Dat ze de zaak serieus nemen blijkt wel uit de aanpak met de dierenarts. De koeien worden elke 14 dagen gecontroleerd met het programma Vetwerk dat is gekoppeld aan het managementprogramma van de veehouder en de melkproductiegegevens van de melkfabriek. Terwijl de dierenarts de verse koeien controleert op conditie, pensvulling, ketose, baarmoeder, eierstokken en dracht en de droge koeien op conditie en dracht, noteert Ad Voogd de resultaten op een tablet controleert de voortgang. Bij afwijkingen komt er direct een advies. De dierenarts insemineert ook meteen de koeien die tochtig blijken. Onder het genot van een kop koffie worden de resultaten even doorgenomen. De familie Voogd is zeer te spreken over deze werkwijze.
Klauwgezondheid: strategisch bekappen
Gezonde klauwen en benen vinden ze erg belangrijk om de koeien lang genoeg te laten lopen. Ze bekappen de koeien strategisch: een maand voor droogzetten en op ca. 100 dagen en daarnaast tussentijdse probleemgevallen. Bij zo’n 40% van de koeien wordt er een van die keren iets gedaan. In de MPR-duurzaamheidsmonitor zie je dan ook maar zelden klauwproblemen als afvoerredenen. De koeien lopen op een volledig rubbervloer, wat volgens Ad en Henry ook zeker bijdraagt aan gezonde benen en klauwen.
Zelden zieke kalveren door maximale hygiëne
Voor de kalveren worden individuele speenflessen gebruikt die in een rek gehangen worden. Er hangt een gekleurd labeltje aan het hok. “Dat heeft dezelfde kleur als de houder van de speen, zodat elk kalf de eigen speen blijft gebruiken. Die worden elke keer schoongemaakt met lauw water en een keer per week gaan ze afwasmachine in. Deze werkwijze vermindert het risico van kruisbesmettingen, vliegen en snelle afkoeling van de melk. “Niet te heet spoelen anders worden de spenen ruw en dan loopt je meer kans op aankoeken van melkresten” aldus Ad. Volgens hem is Henry degene die altijd op zoek is naar nieuwe dingen zoals deze milkbar-flessen en hij last een handig rek voor de flessen dat eenvoudig te hanteren is. “De kalveren hebben sporadisch diarree en er sterft er zelden één na de geboorte. Ze gaan na 14 dagen in de groep en we spenen ze op 8 weken en dan moeten ze 100 kg wegen”.
Fokkerij en selectie
Voor veel bedrijven is een lage lactatiewaarde van bijvoorbeeld 90 een selectiecriterium voor BWB, maar hier gaat het net even wat anders. Vader Ad Voogd: “de LW is relatief, kijk vooral naar de productie zelf. We voeren geen koeien af op basis van de LW maar we hanteren wel een ondergrens van 108 voor het insemineren met een fokstier. Daaronder wordt een vleesstier gebruikt”. Bij de hoge leeftijd is zo weinig jongvee nodig dat je heel streng kunt selecteren, zelf in het “boveneind” van de veestapel. Er lopen gemiddeld 10 tot 12 pinken op de 86 melkkoeien op het bedrijf. Ze komen vanuit de jaren tachtig van zuiver MRIJ en Ad ziet er graag een spiertje op en Henry wil graag wat meer melken. Ze fokken nu met een 3-wegkruising: Fleckvieh, Holstein en Brown Swiss. “Voor melk, kracht en heterosis” aldus Ad. En Henry geeft aan dat hij “er eigenlijk nog wel 1.000 kg melk bij willen hebben”. Schoondochter Corine bepaalt de stierkeuze binnen het gekozen fokbeleid en doet ook de inseminaties. Belangrijke criteria bij de stierkeuze zijn de uiergezondheid, klauwen en benen en vruchtbaarheid en verder een flinke plus voor het eiwitpercentage en de kg eiwit.
Doorgaan voor het einddoel
“We gaan gewoon door” reageerde Henry tijdens de bijeenkomst van de pilotgroep Geef-ze-de-vijf toen de resultaten van 2021 werden besproken. “We willen de vijf lactaties voor de gehele veestapel halen. Het zal niet makkelijk zijn maar het moet kunnen”. De doelgerichte levensduurverlenging heeft ook vragen en dilemma’s naar boven gebracht. Bijvoorbeeld hoe ingespeeld kan worden op de grote hoeveelheid oudere koeien die toch een keer afgevoerd gaan worden. Als je actief jongere koeien steeds langer gezond en productief kunt houden, dan krijg je steeds meer oudere koeien in het koppel, maar als die afgevoerd gaan worden moet je wel voldoende vaarzen beschikbaar hebben. En dus drie jaar van tevoren aan zien komen wat er gaat gebeuren. Dat valt niet altijd mee. “We voeren nu bewust eens vaker een oudere koe af om ervoor te zorgen dat de koeien wat gelijkmatiger zijn verdeeld over de lactaties zodat we straks een stabielere samenstelling en levensduur hebben” aldus de melkveehouders. Een meer geleidelijk doorstroming van de koeien is een thema dat in 2022 meer uitgediept gaat worden.